De positie van culturele zzp’ers is precair

ASSEN - Kunstenaars stoppen niet; maar de positie van veel culturele zzpâers is wel precair,?schrijven Joop de Jong (Rijksuniversiteit Maastricht) en Johan Koolsteeg (Rijksuniversiteit Groningen) in het recente onderzoek naar de beroepspraktijk van zelfstandige kunstdocenten en artistiek begeleiders in Drenthe en Limburg. Centraal in dit onderzoek staan kunstenaars die als zzper werken in het cultuuronderwijs en de amateurkunst. LKCA, Huis voor de Kunsten Limburg, Stichting Kunst & Cultuur en Boekmanstichting gaven opdracht voor dit onderzoek.


(foto: K&C)

Het werk van kunstprofessionals is van grote waarde voor de samenleving. Hoe essentieel kunst is in het leven van vele mensen, bleek eens te meer tijdens de coronapandemie. Tegelijkertijd is de beroepspraktijk van kunstprofessionals kwetsbaar. Al jaren zijn er zorgen over ontwikkelingen in de cultuursector, waarbij de diverse bezuinigingsrondes de infrastructuur hebben verkleind waardoor instellingen meer en meer met een flexibele schil zijn gaan werken en er steeds meer professionals als zzp’er actief zijn, meer nog dan in andere sectoren gebeurt.

De belangrijkste resultaten
Ruim de helft van de kunstprofessionals (57%) werkt niet in loondienst, maar is zelfstandige. Dit ligt ver boven het landelijk gemiddelde van 12% zzp’ers en boven het Europese gemiddelde.?Veel kunstprofessionals kiezen bewust voor een combinatie van werk als autonoom kunstenaar en als docent. Het doceren is voor velen een waardevolle en motiverende bijdrage aan het stimuleren van cultuureducatie en -participatie. Twee op de drie kunstprofessionals combineren echter diverse werkzaamheden, zowel binnen de cultuursector (67%) als daarbuiten.

?Ondanks hun opleiding verdienen veel kunstenaars zo weinig dat ze rond of onder de armoedegrens leven. Uit de enquête blijkt dat ruim de helft (57%) in 2020 een jaarinkomen had van minder dan 20.000 euro (in 2019 was dat nog 45%). Slechts 15% (2020) en 23% (2019) had een jaarinkomen van 30.000 euro of meer. Bijna de helft heeft geen geld voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering of pensioenvoorziening.?

De belangrijkste redenen voor dit lage inkomen zijn het (veel) te lage uurtarief naast onvoldoende vraag, concurrentie en bezuinigingen.?Vier op de vijf respondenten vinden hun uurtarief geen reële afspiegeling van de kosten en investeringen, zoals de huur van ateliers en lesruimte, ontwikkeltijd en materiaalkosten.?Instemmen met een te laag uurtarief houdt wel de wankele inkomenspositie in stand.?Dit systeem blijft ook in stand doordat kunstenaars vooral individueel werken en nauwelijks georganiseerd zijn: slechts enkelen van de bevraagde kunstprofessionals werken samen in- of via een collectief of coöperatie. Een op de zeven respondenten (14%) overweegt te stoppen en zo’n 5% is al gestopt in 2019 of 2020.?

Wat moet er nu gebeuren?
Dat er verbetering van de positie van de kunstprofessional nodig is, is duidelijk. De coronacrisis bracht zowel het belang als de kwetsbaarheid van deze groep aan het licht. De opdrachtgevers gaan met vertegenwoordigers van zzp’ers en ondersteunende partijen een actieplan opzetten om de positie van de kunstprofessional te verbeteren op basis van de aanbevelingen uit de onderzoeken. Zo menen de opdrachtgevers dat kunstprofessionals beter op moeten komen voor henzelf, culturele organisaties zich als een goede werkgever moeten gedragen met redelijke uurprijzen, de rijksoverheid wettelijke kaders moet scheppen en provincies en gemeenten hun maatschappelijke verantwoordelijkheid moeten nemen.

De onderzoeksresultaten zijn te vinden op de website van K&C.

Reacties

Fotoboek

Social media

Advertenties

Uw banner op onze website? Vraag hier meer informatie aan!

Agenda