Dutch Techzone in de gemeenten Borger-Odoorn, Emmen, Hoogeveen, Hardenberg en Coevorden.

EMMEN - De Dutch TechZone strekt zich uit over de gemeenten Borger-Odoorn, Emmen, Hoogeveen, Hardenberg en Coevorden. Samenwerken en kennis delen is onze grootste kracht. Ondernemers, kennis- en onderwijsinstellingen en de overheid werken samen om de economie in de regio duurzaam te versterken.
View this email in your browser

In de Dutch TechZone produceren we samen op uiterst slimme, duurzame en geheel eigen wijze. Daarbij ligt de focus op de maakindustrie. De inspanningen om de industriële positie van de regio te versterken en uit te bouwen hebben daarmee een breed karakter en sluiten aan bij de noordelijke en nationale inspanningen op dat punt. Zo bouwen we aan een veerkrachtige regio die blijft ontwikkelen. Wij maken het en de wereld weet het!

Een sterke regio heeft een sterk profiel. Door met elkaar te werken aan een goede profilering van de DutchTechZone profiteert het hele gebied daar optimaal van. Inmiddels is het contentplatform niet meer weg te denken en is het een bibliotheek met verhalen uit de omgeving. Niet alleen successen, maar ook wat er gebeurt en punten waarop een bedrijf kan aanhaken.

Heb jij een verhaal dat je wilt delen? Neem dan contact met ons op via de button:
CONTACT
IN HET NIEUWS
Bron: www.jet-net.nl

‘Door corona is de context van techniek cruciaal gebleken’

Jongeren hebben meer behoefte aan praktijkopdrachten en context in de les, dat blijkt uit dit onderzoek dat wij vorige week publiceerde. In 2019 werd ook onderzoek gedaan naar de ervaringen van leerlingen met bètatechniek. Een van de opvallendste dingen? Corona heeft een groot effect gehad. Beatrice Boots, directeur van Platform Talent voor Technologie, duidt de resultaten: “De context van techniek is cruciaal gebleken.”

In vergelijk met het onderzoek van 2019 (herijking van het Bèta&TechMentality-model), is veel onveranderd: leerlingen kijken grotendeels hetzelfde naar bètatechnische vakken en technische beroepen. Maar er zijn ook verschillen. Zo vinden leerlingen de bètatechnische vakken iets vaker moeilijk (2019 34% vs. 2022 40%) is de voorkeur voor praktijk ten opzichte van theorie toegenomen (2019 51% vs. 2022 58%) en hechten ze meer waarde aan een goed salaris (2019 69% vs. 2022 73%). Vooral het eerste cijfer is opvallend. Vaak wordt beweerd dat de bètavakken juist makkelijker zijn geworden. “Daar is wel wat op af te dingen hoor. De onderzoeken die dat uitwijzen zijn methodologisch niet altijd even sterk, dus die cijfers moeten we niet zomaar voor waarheid aannemen.” De andere twee verschillen herkent Boots wel. “We weten dat context ontzettend belangrijk is. Jongeren willen weten ‘wat ze met een opleiding kunnen worden’. Dat komt terug in die voorkeur voor praktijkonderwijs. En het toegenomen belang van het salaris is ook helder. Daar ligt een duidelijke kans. De arbeidsmarktkansen in de techniek zijn erg goed en de bijbehorende salarissen ook.”

Succes
Welke conclusies trekt Boots uit het onderzoek? “Uit het onderzoek blijkt dat de aanpak van de afgelopen decennia werkt. De bètavakken zijn in die tijd vernieuwd. Er kwamen vakken als Wiskunde D en NLT en er kwamen onderzoeksmodules. Er kwamen Technasia – inmiddels zijn er meer dan 100. Het bedrijfsleven is veel meer betrokken bij het onderwijs op het gebied van loopbaan oriëntatie en de aansluiting tussen vo en mbo-hbo-wo is verbeterd, onder meer door VO-HO-netwerken. Tel daarbij op, als kersen op de taart, het grote aantal nieuwe initiatieven dat techniek op een speelse manier onder de aandacht brengt. Denk aan FIRST® LEGO® League of Vakkanjers, initiatieven die aan kinderen en jongeren laten zien hoe leuk techniek is. Alles bij elkaar is er een aanpak ontstaan met meer samenwerking, meer focus en meer aansluiting. Maar er is nog werk te doen. Veel jongeren met een niet-westerse migratieachtergrond willen bijvoorbeeld vaak ondernemer worden, daarbij denken ze niet vaak aan techniek. Terwijl dat in de techniek ook heel goed kan.”

Lees hier het hele verhaal
Bron: www.drenthecollege.nl

Integrale waterstofscholing in Noord-Nederland baant nieuwe wegen in onderwijs

Met de toekenning door SNN van € 5 miljoen subsidie voor een 3-jarig ontwikkelprogramma voor waterstofscholing in Noord-Nederland slaan de regionale onderwijsinstellingen de handen ineen. Het programma, onder de titel ‘H2 Train & Learn Hub’ (H2 is waterstof) is een niet eerder vertoonde integrale aanpak van thematisch onderwijs, onderzoek, training en (om)scholing op alle leerniveaus. Het moet gekwalificeerde mensen uit de regio -zowel studenten als professionals- voor de energie- en grondstoffentransitie beschikbaar krijgen voor de waterstof-economie die in Noord-Nederland wordt opgebouwd. De ‘H2 Train & Learn Hub’ is een samenwerking tussen Rijksuniversiteit Groningen, Hanzehogeschool Groningen, Alfa-college, Noorderpoort, Drenthe College, NHL Stenden en New Energy Coalition.

Een van de aanleidingen van het ontwikkelprogramma is het feit dat Groningen na 60 jaar niet langer één van Europa’s belangrijkste centra van aardgas is. Vanuit het besef dat er daardoor een maatschappelijk en economisch gat dreigt te vallen is er in de regio een sterke beweging ontstaan om zichzelf opnieuw uit te vinden met gebruikmaking van de opgebouwde kennis en infrastructuur uit het gassysteem. Het breed gedragen plan is om een hoofdrol te spelen in de energietransitie. Specifiek gaat het dan om de waardeketen van de nieuwe, groene gassen die een centrale rol gaan spelen in ons toekomstige energiesysteem en als groene grondstoffen in de nieuwe circulaire productieprocessen. De basisvariant hiervan, schone waterstof, staat daarbij centraal.

Voldoende geschoold personeel
De laatste jaren is er op het gebied van waterstof in de regio al veel gebeurd, zoveel dat de EU de regio officieel uitriep tot eerste Hydrogen Valley (waterstof-hub) van Europa. Niet alleen vanwege de grote schaal van de nieuwe initiatieven rond groene gassen, maar ook omdat die de hele waardeketen beslaan: productie, transport, opslag en toepassingen in de industrie, mobiliteit en gebouwde omgeving. Er is inmiddels een investeringsplan tot 2030 voor meer dan 50 projecten met een gezamenlijke financiële omvang van ca. € 10 miljard. Ook zijn er binnen de kennissector diverse initiatieven ontstaan om in onderwijs en onderzoek op het thema in te spelen.
De hele waterstofeconomie staat nog in de kinderschoenen. Echte doorbraken richting grootschalige investeringen en verdere uitrol via het mkb en startups worden de komende jaren verwacht, maar dat betekent wel dat het voorwerk nu moet worden verricht. Een cruciale component hiervan is om, in samenwerking met bedrijven, te zorgen voor voldoende geschoold personeel voor de nieuwe technologie en toepassingen. Dat proces kan nu dankzij de toekenning van SNN worden opgestart.
Klik hier voor het hele verhaal
Bron: www.regiodealzuidenoostdrenthe.nl

Gelijke kansen in Zuid- en Oost-Drenthe

De Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe is een samenwerking tussen vijf gemeenten, twee provincies en de Rijksoverheid. Deze overheden leggen samen 60 miljoen euro op tafel. Zo gaan het Rijk en de Regio samen geld steken in de brede welvaart in de regio.

Om de brede welvaart in de regio te verbeteren is een gezamenlijke aanpak nodig. Maar liefst zes ministeries hebben zich verbonden aan de Regio Deal Zuid- en Oost-Drenthe. Deze ministeries gaan samen met vijf gemeenten in Drenthe en Overijssel aan de slag om de situatie in de regio blijvend te verbeteren. Op woensdag 1 november vond de ondertekening van het convenant plaats door demissionair minister De Jonge van ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Willemien Meeuwissen (gedeputeerde provincie Drenthe en voorzitter van de stuurgroep): ‘De inwoners in de regio verdienen een blijvende investering. Het is mooi dat we dat in samenwerking met zo veel partijen kunnen doen. Overheid, onderwijs, ondernemers en ook maatschappelijke organisaties. We gaan ook inwoners samenbrengen bij de plannen. Zo bouwen we aan een samenwerking op basis van gelijkwaardigheid. Dat is heel belangrijk voor een goed resultaat. De ambitie van de regio is dat de kansen van de kinderen die nu opgroeien, in de toekomst gelijk zijn aan leeftijdsgenoten in de rest van Nederland.’

De ondertekening van de Regio Deal in Ede: Jeroen Hartsuiker, Erik Bos, Willemien Meeuwissen, Hugo de Jonge, Erwin Hoogland, Peter Cool en Raymond Wanders (fotograaf: Freek van den Bergh).

Lees hier het hele persbericht
Meer weten over Dutch TechZone? kijk op de website
Bron: www..linkedin.com/pulse/investeren-de-toekomst-van-zuidoost-drenthe-skills4future

Investeren in de toekomst van zuidoost Drenthe

Een belangrijk onderwerp dat invloed heeft op onze regio, Zuidoost Drenthe gaat over de investeringen in de bèta-sector in Nederland en de gevolgen die dat heeft voor ons gebied. Recentelijk is een interessant artikel verschenen op U-Today, waarin wordt benadrukt dat Nederland minder uitgeeft aan de bèta-sector (wetenschap, technologie, engineering en wiskunde) in vergelijking met andere landen. Maar wat betekent dit nu precies voor ons?
Lagere investeringen in de bèta-sector in Nederland hebben gevolgen voor onze regio zuidoost Drenthe. We zien al geruime tijd een afname van de werkgelegenheid in traditionele sectoren zoals landbouw en productie. De bèta-sector biedt kansen voor groei, innovatie en nieuwe werkgelegenheid. Door minder te investeren in deze sector lopen we het risico om achter te blijven bij andere regio's en landen.
Maar laten we niet alleen naar de problemen kijken; laten we ons vooral ook richten op mogelijke oplossingen. Investeren in de bèta-sector kan de sleutel zijn tot een welvarender toekomst voor zuidoost Drenthe. Hier zijn een paar suggesties waarop we positieve verandering kunnen bewerkstelligen:

Onderwijs

Het begint bij het onderwijs. We moeten ervoor zorgen dat onze scholen en opleidingsinstituten hoogwaardig bèta-onderwijs aanbieden. Dit zal jongeren de vaardigheden en kennis verschaffen die ze nodig hebben om te gedijen in de technologische en wetenschappelijke sectoren.

Lees hier de overige suggesties
Door gumpapa
Bron: www.rtvdrenthe.nl

CuRe kan aan de slag met nieuwe demonstratiefabriek in Emmen

De provinciale subsidie voor de doorontwikkeling en behoud van plasticrecycler CuRe in Emmen is erdoor. Twee weken geleden waren er bij veel partijen in de Provinciale Staten (PS) twijfels en vragen, die stuurden liever aan op een lening. Maar extra informatie en een duidelijke spelregel - als CuRe binnen vijf jaar toch vertrekt moet een deel van de subsidie terug worden betaald - trok PS over de streep.
"Met de 9,5 ton van de provincie en hetzelfde bedrag van de gemeente Emmen hebben we zeker gesteld dat we in Emmen blijven en de oude gebouwen voor de demonstratiefabriek kunnen opknappen", zegt directeur Marco Brons van CuRe.
CuRe heeft een proces bedacht om moeilijk recyclebare PET-flessen chemisch toch oneindig te kunnen recyclen, ook gekleurde flessen. Andere bedrijven kunnen alleen een aantal keren dezelfde fles geschikt maken voor hergebruik. CuRe is daarnaast voorloper van een techniek om polyester uit kleding, tapijt en matrassen te recyclen, iets wat tot dan toe nog niemand anders was gelukt.


Opschalen naar demonstratiefabriek

CuRe heeft momenteel een onderzoeksfabriek op het GETEC-terrein, die moet worden uitgebreid tot een demonstratiefabriek. Daarin kan de hele wereld komen kijken naar hoe het bedrijf te werk gaat, maar wordt ook commercieel gerecycled. Als CuRe op het Emmer chemiepark door wil groeien, moeten dertig jaar oude panden worden gerenoveerd. Daar is de bijna 1,9 miljoen euro van de provincie en de gemeente Emmen dan ook voor bedoeld. CuRe steekt zelf ook 3,6 miljoen in het opknappen van het gebouw, nu beide subsidies beschikbaar worden.
Volgens gedeputeerde Willemien Meeuwissen was de kans heel groot dat als de subsidies voor de gebouwen er niet zouden komen, CuRe zou vertrekken. Want eigenaar Morssinkhof Plastics kan ook in België op een eigen stuk grond naast een bestaande fabriek een nieuwe fabriek bouwen. Nieuwbouw is bovendien veel goedkoper dan bestaande panden in Emmen opknappen.
De recycle proeffabriek van CuRe in Emmen
Lees hier het hele verhaal
LEES MEE WAT ER GEBEURT IN

bron:www.hoogeveenonstage.nl
Afbeelding

De inschrijvingen voor de 7e editie van Hoogeveen On Stage gaan razendsnel! Desondanks zijn er nog tal van beroepen die niet zijn vertegenwoordigd. Wil jij ook vmbo-leerlingen uit Hoogeveen enthousiasmeren voor jouw beroep en bedrijf? Schrijf je dan in voor Hoogeveen On Stage en kom naar het Beroepenfeest op dinsdag 27 februari bij de Tamboer.

Heb je enthousiaste leerlingen ontmoet op het Beroepenfeest? Nodig ze uit voor een tweede ontmoeting tijdens de Doe Dag op donderdag 14 maart bij jou op locatie en laat deze vmbo-toppers kennismaken met het gekozen beroep.

Het eindresultaat? Vmbo-leerlingen die een stap dichter bij het maken van een beroepskeuze zijn gekomen en mogelijk zelfs een baan hebben gevonden dankzij deze ontmoeting met jou als beroepsbeoefenaar. Dus waar wacht je nog op?

Bedrijven uit de groene sector, meld je aan!
Tijdens Hoogeveen On Stage krijgen vmbo’ers van Roelof van Echten College en Wolfsbos de kans om kennis te maken met diverse beroepen en bedrijven in de sectoren Groen en Natuur, Techniek, Handel en Economie, en Zorg-, Welzijn en Maatschappij.
Inmiddels zijn er al heel wat beroepen vertegenwoordigd, maar helaas zijn er nog weinig beroepen in de groene sector… Dus ben jij dierenarts / loonwerker / boer / grondwerker / agrariër / bloembinder / boswachter / viskweker / stratenmaker of iets anders en werkzaam in deze sector? Meld je dan aan voor Hoogeveen On Stage!

Meld je hier aan

bron:www.nhlstenden.com

BIOTEKK-project wil nieuw biopolymeer ontwikkelen met miljoeneninvestering

Een consortium van Senbis en Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstituten is van plan om 6,6 miljoen euro te investeren in de ontwikkeling van een nieuw biologisch afbreekbaar polyester. Het consortium ontvangt een subsidie van 3,3 miljoen euro via het Europese Just Transition Funds (JTF). Onderzoekers en studenten van het lectoraat Circular Plastics van NHL Stenden gaan bezig met het verwerken en beoordelen van verschillende end-of-life scenario's (recycling).

De focus van het project ligt op het vinden van een oplossing voor de enorme vervuiling door microplastic veroorzaakt door kledingtextiel. Elk jaar wordt er meer dan 50 miljoen ton vezels geproduceerd voor kleding, waarvan meer dan 60% polyester (PET) is. Hiervan gaat naar schatting 500.000 ton per jaar verloren in het milieu door bijvoorbeeld het afwerpen van vezels.
Een biologisch afbreekbare vervanging kan ophoping van microplastic op de lange termijn voorkomen. Bij het ontwerp van het polymeer en de vezel moet echter rekening worden gehouden met veel technische en economische uitdagingen.

Nieuw type biologisch afbreekbaar polyester

Gerard Nijhoving, managing director van Senbis, licht de motivatie van het project toe: "Ons bedrijf ontwikkelt al vele jaren vezels en filamenten van biologisch afbreekbare polymeren. We weten wat mogelijk is en maar al te vaak ook wat niet mogelijk is. Met biologisch afbreekbare polymeren is het vaak een uitdaging om hoge mechanische en thermische eigenschappen te bereiken."

Lees hier de rest van het verhaal en welke partners meedoen aan dit onderzoeksproject

VOOR IN DE AGENDA
Bron: www.greenwisecampus.nl

Sustainable Innovation Week: 14 tot en met 17 november
Een week in het teken van groene chemie

In de week van 14 tot en met 17 november organiseren Chemport Europe en Greenwise Circulaire Plastics de Sustainable Innovation Week. Vier dagen lang komen wetenschappers, politici, ondernemers, start-ups en studenten samen tijdens een inspirerend programma. Ze buigen zich over de ontwikkelingen en kansen in de groene chemie en circulaire plastics. De focus ligt tijdens deze week op ontmoeten, innovaties en kennisdeling.

Bezoekers kunnen een zeer gevarieerd programma verwachten tijdens de Sustainable Innovation Week. Het programma bestaat uit maar liefst vijf onderdelen: Sustainable Industry Challenge, Green Business Challenge, Chemport Expo, Study visit en het CICE Congres.Tijdens de Sustainable Industry Challenge leggen vijf bedrijven hun verduurzamingsvraagstuk voor aan 40 internationale start-ups. De start-ups worden tijdens de challenge uitgedaagd om groene innovatieve oplossingen te bedenken. Daarnaast werken internationale studenten tijdens de Green Business Challenge aan direct toepasbare businessmodellen voor een groenere economie

Bruisende creatieve hotspot op 16 november
Op donderdag 16 november komt het allemaal samen in het toekomstige innovatiecentrum van Greenwise Campus (Eerste Bokslootweg 1 in Emmen). Vanaf 14.00 uur start de Chemport Expo, een beursvloer waar bedrijven en organisaties elkaar ontmoeten, netwerken en innovaties delen. Een Noorse en Franse delegatie bezoekt tijdens een tweedaagse Study Visit Noord-Nederlandse bedrijven met duurzame innovaties. Op 16 november bezoeken zij de Expo en nemen ze deel aan het CICE Congres. Tijdens het CICE Congres deelt prof. dr. Gruter van de Universiteit van Amsterdam inspirerende inzichten over groene chemie wereldwijd & regionaal. En ondernemers en onderzoekers vertellen over de nieuwste open innovatieprojecten in groene chemie.

Lokale ondernemer Gerard Nijhoving zeer blij met Sustainable Innovation Week
Gerard Nijhoving, Managing Director van Senbis Polymer Innovations, kijkt met veel plezier uit naar de Sustainable Innovation Week. "De week draait precies om het onderwerp waar wij ons mee bezighouden binnen ons bedrijf: groene chemie en circulaire plastics," zegt hij. "De Sustainable Innovation Week is voor mij een efficiënte manier om up-to-date te blijven over wat er speelt qua ontwikkelingen en innovaties rondom circulaire plastics. Ik verwacht veel partijen te ontmoeten waarmee ik kan samenwerken of kennis kan delen.”

“Bedrijven van MKB tot multinational, ken

Reacties

Fotoboek

Social media

Advertenties

Uw banner op onze website? Vraag hier meer informatie aan!

Agenda