Deze projecten worden gefinancierd met een totaal kostenvolume van ca. 29 miljoen euro uit het INTERREG-programma Deutschland-Nederland. De EU-bijdrage bedraagt 14,4 miljoen euro, het Rijk stelt 1,4 miljoen beschikbaar, de deelstaat Niedersachsen heeft 1,7 miljoen euro toegezegd, Nordrhein-Westfalen draagt 515.000 euro bij en de provincies nemen met 950.000 euro deel aan de financiering. “Met deze projecten worden essentiële stappen gezet met het oog op de strategie en doelstellingen van het programma”, aldus Franz-Josef Sickelmann, voorzitter van de Stuurgroep. Het ontwikkelen van nieuwe technologieën, het efficiënte gebruik van hernieuwbare energie en de reductie van CO2-uitstoot staan centraal bij de activiteiten.

“Door deelname van veel kleine en middelgrote ondernemingen en het betrekken van de diverse competenties van de hogescholen wordt nu concreet gewerkt aan de vragen en uitdagingen om innovatieve oplossingen te vinden voor de praktijk”, attendeerde Sickelmann op de samenwerking tussen bedrijfsleven en wetenschap. En juist deze samenwerking speelt ook een rol binnen het project “ID3AS”. De Hochschule Osnabrück (locatie Lingen) en het onderzoeksinstituut INCAS3 uit Assen ontwikkelen met andere partners binnen dit project de uiteenlopende toepassingsmogelijkheden van sensortechnologie in de grensregio duurzaam verder.

Op die manier moeten ondernemingen in de regio ook baat hebben bij deze technologie. Behalve doelgerichte ondersteuning bij het ontwikkelen van innovatieve sensortechnologie voor bedrijven gaan de partners ook uitdagingen van complexe innovatieplannen aan. Het doel hierbij is om toepasbare oplossingen voor systemen binnen de sensortechnologie te ontwikkelen. Het totale investeringsvolume van het project bedraagt 9,75 miljoen euro. Daarvan wordt ongeveer 6,7 miljoen euro beschikbaar gesteld uit het INTERREG-programma.

De stuurgroep keurde ook het project BiK, Bionica voor het midden- en kleinbedrijf, goed. Ook daarin gaat het om nieuwe ideeën die ondernemingen in de regio verder moeten helpen. Projectleider Technologiecentrum Noord Nederland (TCNN) uit Groningen, onderzoekt samen met vele Duitse en Nederlandse experts innovaties die gebaseerd zijn op voorbeelden uit de natuur. Zo kunnen bijvoorbeeld van de waterafstotende kwaliteiten van lotusbloemen ideeën worden afgeleid voor de ontwikkeling van nieuwe eigenschappen van vensterglas. Ook op vele andere terreinen kunnen met behulp van Bionica technische oplossingen worden gevonden voor het midden- en kleinbedrijf.

De totale kosten van het BiK project bedragen € 3 miljoen. Het INTERREG programma
neemt daarvan € 2,15 miljoen voor zijn rekening. Het project Power-to-Flex richt zich op de opslag van energie. In het noordelijke Nederlands-Duitse grensgebied spelen zonne- en windenergie een grote rol. Omdat de energieopbrengst van deze bronnen onder meer vanwege de weersomstandigheden sterk fluctueert, zou de mogelijkheid om een overschot aan energie tijdelijk op te slaan, in een belangrijke behoefte voorzien. In het project Power-to-Flex worden bedrijven in de grensregio ondersteund bij het
ontwikkelen van pilotprojecten voor de tijdelijke opslag van energie.

Daarmee is het project een bouwsteen voor de flexibilisering van een duurzame energievoorziening in het grensgebied. Er zullen verschillende onderzoeksopstellingen worden ingericht, waaronder een waterstofstation om energie tijdelijk op te slaan. De totale investering van het project beloopt € 3,36 miljoen met een aandeel daarin van het INTERREG programma van € 2,25 miljoen. Goedgekeurd werd ook het project Groene Cascade dat als doel heeft de sector bioeconomie in de regio met behulp van innovaties te versterken. Er zal in verschillende werkpakketten aan de verbetering van de waardeketen worden gewerkt.

Daarbij gaat het zowel om de efficiëntere benutting van de natuurlijke grondstoffen bij de productie van biogas als de technische verbetering van het productieproces zelf. Het totale investeringsvolume van het project bedraagt €6 miljoen. Het INTERREG programma draagt daaraan € 3,6 miljoen bij. Onder leiding van de Nederlandse partner Energy Valley wordt in het project LNG Pilots door een netwerk van Nederlandse en Duitse specialisten gezocht naar nieuwe toepassingsmogelijkheden voor LNG (vloeibaar aardgas). LNG wordt al met succes ingezet als brandstof en energiebron maar op verschillende deelterreinen is nog technische ontwikkeling nodig.

In het project LNG Pilots wordt onder meer gewerkt aan het ontwerp van een nieuwe efficiënte faciliteit voor de productie van LNG. Ook zijn de vermarkting van LNG, het tankproces en de uitwisseling van kennis tussen bedrijven en kennisinstellingen belangrijke punten van aandacht. De partners in het project zien uitstekende kansen om als noordelijk grensgebied een technologische voorsprong op te bouwen ten aanzien van de toepassing van LNG.

De totale kosten van het project bedragen € 6,75 miljoen waarvan het INTERREG
programma € 4,15 miljoen beschikbaar stelt.